Gino Vannelli is een Italiaans-Canadese zanger, musicus en tekstschrijver, geboren op 16 juni 1952.
Hij gebruikt regelmatig een mix van klassieke muziek, pop, rockmuziek en jazz. Gino schrijft en componeert zijn muziek grotendeels zelf en kreeg vooral bekendheid in de jaren 70 en 80, voornamelijk met zijn hits Hurts to be in Love en Wild Horses. Voor de kenners heeft hij natuurlijk meerdere hits.
Tevens is hij momenteel ook bekend vanwege zijn deelname aan de spot van de ANWB met het nummer People Gotta Move.
Sinds tientallen jaren is Gino ook nu nog steeds erg geliefd onder een grote schare fans en deze bezoeken zijn concerten en signeersessies regelmatig. Tegenwoordig woont Gino de helft van het jaar in Nederland (Breukelen) en de andere helft in Portland.
Vannelli's vader was jazz-zanger in een big band en Vannelli ontwikkelde in eerste instantie belangstelling voor percussie, onder invloed van artiesten als Joe Morello, Gene Krupa, Ed Thigpen en Elvin Jones.

Op twaalfjarige leeftijd speelde hij in een rockbandje en een jaar later werkte hij met zijn broer Joe en richtte zich meer op gitaar en zang. Alhoewel hij drummers als Ringo Starr en Charlie Watts zag als onderdeel van iets nieuws en spannends, was hij meer gecharmeerd van Dave Brubeck en van Franse impressionistische musici.

Nog voor zijn zeventiende verjaardag tekende Vannelli een platencontract bij RCA Records in Canada en bracht hij onder de artiestennaam Van Elli, een single uit: “Gina Bold”. Met zijn broer Joe trok hij vervolgens naar New York en later Los Angeles op zoek naar een mogelijkheid om professioneel muzikant te worden. Maar alhoewel Vannelli beschikt over een stem die drie octaven omvat, bleek niemand het risico aan te durven met het van het toen gangbare afwijkende repertoire. De broers Vannelli stonden op het punt op te geven en terug te gaan naar Canada. Toen Gino op zeer jonge leeftijd bij de A&M studio met succes een handtekening van Herb Alpert bemachtigde, wist hij Alpert te overtuigen van zijn kwaliteiten door in een auditie zijn nummers “People Gotta Move”, “Crazy Life”, “Mama Coco”, “Powerful People” en “Lady” te zingen. Al deze nummers zouden worden uitgebracht op de LP's die Vannelli tussen 1974 en 1978 zou opnemen bij A&M.

In navolging van artiesten als Rod Stewart besloot Vannelli een discoalbum op te nemen en tekende hij met dit doel een contract bij Arista Records. Van zijn album Nightwalker werd het nummer “Living Inside Myself” een hit maar Arista weigerde het volgende album Twisted Heart uit te geven. Vannelli en zijn platenmaatschappij waren de navolgende drie jaar in juridisch conflict en pas in 1985 zou Vannelli in staat zijn zijn volgende album Black Cars uit te geven bij platenmaatschappij HME. Twee jaar later nam hij bij CBS Records Big Dreamers Never Sleep op, waarvan de single “Wild Horses” in veel landen een hit werd. Deze albums werden vooral in Europa goed ontvangen en Vannelli heeft tot de dag van vandaag een vaste schare fans in Europa, waar hij ook regelmatig toert.

In 1990 had Vannelli genoeg van de gevestigde orde in de platenindustrie en vestigde hij in Portland (Oregon) zijn eigen label en bracht hij Inconsolable Man uit. Zijn interesse ging meer naar de akoestische jazz en in die stijl bracht hij in de jaren negentig Yonder Tree en Slow Love uit. Tegen het einde van de twintigste eeuw verlengde zijn interessegebied zich tot klassieke muziek en in 2003 bracht hij Canto uit, met nummers gezongen in Engels, Frans, Italiaans en Spaans. Zijn album These Are The Days uit 2005 was echter weer geheel popmuziek.